Met het programma 'Participatiewet in Balans' wil het kabinet mensen een voldoende en zeker bestaansminimum bieden en stimuleren om deel te nemen aan de samenleving. Iedereen doet mee naar vermogen. Daarbij houdt de overheid rekening met individuele mogelijkheden en persoonlijke omstandigheden.
Prachtige zinnen, maar wat houdt dat precies in?
De cliëntenraad van Werkzaak (twee leden van de Adviesraad Sociaal Domein Inclusief zijn hier lid van) gaat zich de komende maanden buigen over de vraag wat deze prachtige zinnen betekenen in de praktijk. Dat gaat zij doen aan de hand van een aantal werkbijeenkomsten met beleidsadviseurs en –makers. Dat doen ze door kritisch te kijken of uitvoeringsbesluiten welke nu gehanteerd worden wel voldoen aan de uitgangspunten van de Participatiewet in balans.
Een mooi voorbeeld van een dergelijke verordening zijn de Rechten en Plichten als je een uitkering krijgt van Werkzaak. Tijdens een bijeenkomst word je daarop gewezen. Over het algemeen komt dat niet klantvriendelijk over. Je kunt hierbij, als je rekening wil houden met de mogelijkheden en beperkingen van een cliënt, beter praten over kansen en mogelijkheden.
Vergelijk het met b.v. voetballen. Je kunt en mag meedoen. Het is niet belangrijk of je nu in het eerste speelt of in een "lager elftal." Je beweegt, hebt sociale contacten, je hoort erbij. Wel zijn er bepaalde afspraken wat wel en niet mag tijdens het spel. Het is aan de spelleider (lees: scheidsrechter) om dat binnen de spelregels te houden. Dat is een vriendelijkere aanpak dan praten over rechten en plichten.
Voor de vertegenwoordigers van de adviesraad in de gesprekken bij Werkzaak is het prettig om te horen wat je graag klantvriendelijker ziet. Schroom niet dat te melden! Zij kunnen daar hun voordeel mee doen.
Melden is simpel… Stuur een e-mail aan